Sinds vorig jaar vangen wij weeskittens op voor de dierenbescherming. Deze hulpeloze wezentjes zijn om verschillende redenen moederloos geworden. Soms is hun moeder een zwerfkat en moeten ze opgroeien onder erbarmelijke omstandigheden of is de zwerfmoeder nergens te bekennen. Soms worden ze gedumpt door de eigenaren die het opvoeden van een nest kittens niet aankunnen of willen. Meedogenloos worden ze achtergelaten onder struiken of in bosjes zonder enige vorm van verzorging. En met alle risico´s die daarmee samengaan. Denk aan honger, kou, honden of wilde dieren. Onze eerste kittens waren gewond gevonden en hadden extra verzorging nodig. Twee keer per dag wonden schoonmaken in badjes met biotex. Het was vaak zo moeilijk om die kleine hulpeloze harige bolletjes pijn te moeten doen omdat dat nodig was om de wonden goed te laten genezen. Inmiddels zijn we geroutineerder geworden. Wij draaien onze hand niet meer om voor het geven van flesjes, buikjes wrijven, nachtvoedingen, dagelijks dekentjes wassen en heeeeel veel knuffelen en aaien. En kittens worden gelukkig sneller groot dan baby´s, dus die nachtvoedingen zijn al vrij snel afgelopen. Na een paar weekjes eten, drinken en poepen ze zelf dus dat scheelt ook weer. Maar dan breekt de fase aan dat ze vrolijk via je been omhoog klimmen. Weten zij veel dat dat toch echt niet de bedoeling is en echt wel pijn doet? Het bloedt drupt met enige regelmaat van mijn benen naar beneden. Mijn benen worden er echt niet fraaier van. Ik ruim de hele dag weer speelgoed op, want ik breek mijn nek over alle balletjes en nepmuizen. Bloemen zijn giftig dus die komen het huis niet meer in. Nee ook niet op de tafel, denk je dat ze daar niet kunnen komen? Wel dus. De planten moeten ook onderzocht worden en ja daar breekt wel eens een takje bij af, of de hele plant, dat kan ook. De gordijnen zijn niet meer te redden. We hebben ze omhoog geknoopt omdat we niet willen dat ze zich dat aanleren en het bij hun nieuwe baasjes ook gaan doen. Ach en dan soms ook nog om de paar dagen naar de dierenarts, want die kleintjes functioneren zonder hun moeder toch wat minder goed. En hoe ik ook mijn best doe, ik ben natuurlijk geen echte kattenmoeder. Soms is de hele verzorging ook lastig te combineren met werk en andere activiteiten, maar behalve mijn huisgenoten zijn er gelukkig buren die af en toe bij willen springen en een voeding overnemen. Vaak krijgen we te horen van mensen dat ze het zo knap van ons vinden, maar denk niet dat wij dit doen uit altruïsme of onbaatzuchtigheid. Want wanneer is vrijwilligerswerk nou echt onbaatzuchtig? Het geeft ook een fijn gevoel om belangeloos iets voor een ander te kunnen doen. En wij genieten zo enorm van die kleintjes, van de dankbaarheid, de liefde, de ondeugende streken, de onbevangen naïviteit. Ons hele gezin was dolblij toen de eerste kittens van dit jaar weer kwamen. Hoe zielig de achtergrond van de katjes ook is. Vijf stuks, 2 weken oud, 7 voedingen x 5 kittens = 35 voedingen per dag(!), 35 x buikjes wrijven en iedere keer weer een tevreden katje dat nog wiebelend op zijn pootjes zijn weg zoekt. Hoezo onbaatzuchtig? Geen moment! We krijgen nog veel meer terug dan we geven, dus laat die heiligverklaring maar zitten. Als de kleintjes groot genoeg zijn en een fijn nieuw huis hebben gevonden, zit onze taak er op en kunnen we voldaan maar ook met pijn in ons hart terugkijken, want het loslaten van die kleintjes blijft erg moeilijk. Met enige regelmaat wordt er dan ook een traantje geplengd bij het afscheid. Gelukkig hebben we een goed contact met alle nieuwe baasjes en krijgen we regelmatig een berichtje over het kleine grut. En na een dagje rust bellen we alweer verlangend op naar de Dierenbescherming: “we hebben een leeg huis, hebben jullie nog een gastgezin nodig??? Ja??? Jongens we krijgen weer nieuwe kittens. JIPPIEEEEEE”.